Zol

Zol


Voor de naam van deze podcast heb ik gekozen voor een heel kort woord. Zol. Voor de betekenis van dit kleine, vergeten woord, moeten we naar Noordoost-Groningen, we duiken in de voorlopers van de moderne Nederlandse taal en we struinen door het Woordenboek der Nederlandsche taal.

Ik begin in de Middeleeuwen bij het Middelnederlands, het Middelnederduits en het Oudhoogduits. Als je destijds in een van deze talen het over een zol had, dan sprak je over een moeras of modderpoel, een drassige, slijkerige, zompige plek, moeras, poel, waarin het wild en zwijnen zich plegen rond te wentelen.

In het Nieuwnederduits ontstijgt de zol de simpele modderpoel. Hier is een zol een staand water in de laagten van korenvelden, of, nog beeldender, het betreft de 'weeke, slijkerige, buiten het eigenlijke vaarwater gelegen hoogere deelen van een havenkom waarop de schepen bij eb droog komen te liggen'.

Je ziet duidelijk dat er twee zol-tradities zijn. Het simpele zol van het Middelnederlands, Middelnederduits en Oudhoogduits en de meer complexe betekenis van het Nieuwnederduits.  

Bij de Friezen komt ook een mooie complexe variant voor van zol, Soal, dat, hoe kan het ook anders voor Friezen, 'gat in het ijs rondom een vastgevroren schip' betekent. Het WNT geeft aan dat het bij die laatste bet. mog. om hetzelfde woord gaat als het nedersaks. soll eine ausgespülte Tiefe, die sich rings um ein auf dem Strande sitzendes Schiff durch Ebbe und Fluth von selbst erzeugt' 

De Friezen en de Nedersaksen hebben de zol laten evolueren van de simpele modderpoel, via de slijkerige delen van de havenkom in iets nog subtielers. Een gat in het ijs rondom een vastgevroren schip of de uitgespoelde diepte rondom een schip op het strand, Ik vind beide betekenissen echt subliem en zou graag zien dat deze betekenissen weer gebruikt gaan worden.

En nu naar Noordoost-Groningen. Het WNT noemt twee plaatsen in Nederland waar ze het de afgelopen honderd jaar nog hadden over zollen. Westerwolde en Delfzijl. En hier zie je ook mooi de eenvoudige en complexe variant terug. Westerwolde is van de no-nonsense simpele variant en Delfzijl spant de kroon wat de complexiteit van de betekenis betreft.

Om te beginnen Westerwolde, een streek in het Nederlandse Oost-Groningen tegen de grens met Duitsland, dat vanuit Nederlands perspectief beter Oosterwolde had kunnen heten. 

In Westerwolde is een zol een...

↪1.  (Westerwolde) Laaggelegen grasland dat 's winters onder water staat; met name boorden, lage gronden langs de Westerwoldsche Aa die bij hoog water onderloopen. Ik vermoed dat zol in deze betekenis lijkt op het Nederlandse uiterwaarden.

En verder noemt het WNT als betekenis simpelweg...

↪2.  (Westerwolde) Ondiepe plas. 
  
  En dan hebben we nog Delfzijl, niet al te ver van Westerwolde. Daar betekent zol een...

↪3.  (Delfzijl) Kuil die een schip bij eb in het slijk van de haven achterlaat. 
  
Wellicht de mooiste betekenis van allemaal. Het heeft een trieste en treurige verlatenheid, een kuil in het slijk van de haven bij eb. Het schip is uitgevaren bij vloed en niets dan de zol herinnert aan haar aanwezigheid, tot de volgende vloed komt en de zol weer uitwist.
  
Dan is er nog zol als een toponiem, wat een chique woord is voor een plaatsnaam en dan niet een toponiem uit Noordoost-Groningen, maar van de Veluwe. Het Solse Gat is een grote leemkuil in het Speulder- en Sprielderbos in de noordelijke Veluwe tussen de plaatsen Putten, Garderen en Drie in de gemeente Putten.

Volgens Wikipedia is het Solse gat waarschijnlijk al ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd als een pingoruïne. Een grote klomp ijs in de bodem liet bij het smelten een grote krater achter. Onder in het gat is een moerassig terrein ontstaan met daarin een poel. In het drassige Solse Gat is een voor de Veluwe bijzondere plantengroei ontwikkeld. Zo groeien hier het waterdrieblad, de slanke sleutelbloem en de bosanemoon. Voor het wild in dit deel van de Veluwe vormt de poel een drinkplek. Amfibieën als kleine watersalamanders en padden planten zich in het moerassig gebied voort. 

Er is ook een minder wetenschappelijke ontstaansgeschiedenis van het Solse gat. Volgens Historiek.net is dit de plek van de legende van het Solse Gat.

Ooit stond hier een klooster in het bos. Een klooster met meerdere torens, een gracht en een brede toegangsweg. De abt en de monniken die in het mooie klooster woonden, namen het vrome leven niet zo serieus. Zij verkochten hun ziel aan de duivel en gingen zich te buiten aan het goede leven. Ze zopen liters wijn uit emmers, vraten zich vol tijdens de maaltijden en organiseerden bijeenkomsten met heksen en spoken, waarop ze de ‘zwarte mis’ lazen.

De kloosterlingen feestten, dronken en genoten van het leven. Totdat, ergens in de Middeleeuwen, een stormachtige Kerstavond een einde maakte aan de goddeloze uitspattingen in het bos. Een enorme blikseminslag vaagde het klooster met man en muis van deze aarde en het enige dat de volgende dag nog te zien was, waren enkele ontwortelde bomen rond het terrein en het klinkerpad dat de toegangsweg vormde naar de poort van het klooster.

Sindsdien spookt het rond het Solse Gat. Je hoort er het luiden van de kloosterklokken en 's nachts kun je in een blauwe gloed de geesten van de monniken in een droevige optocht door het bos zien lopen.

En dan gaat Historiek verder...

Overigens zou het Solse Gat al sinds de Oudheid in gebruik zijn als plek voor zonneverering. Hieraan is ook de naam van het Solse Gat ontleend. De Germanen vereerden hier toen de zonnegodin Sól.

En daar wordt het verhaal ongeloofwaardig. Historiek.net weet nog te melden dat het Solse gat tegenwoordig populair lijkt te zijn bij new-age aanhangers  en wichelroede lopers. In juni 1999 stelden de regionale gereformeerde politieke partijen RPF en GPV, bij monde van de Puttense politicus drs. C. Houweling, dat er bij het Solse Gat satanische dansen plaatsvonden in de Walpurgisnacht. Deze wilde men laten verbieden, maar politiek kregen beide partijen geen steun. 

Tot zover Historiek.net.

Ik heb de indruk, dat de new agers, de christelijke politici van de Veluwe en de satanisten toch een beetje de draad kwijt zijn. Het is zeer onwaarschijnlijk dat het Solse Gat een connectie heeft met de Germaanse godin Sól en de Walpurgisnacht. Veel waarschijnlijker is het dat hier ooit een verdwaalde Westerwolder is langsgekomen die dit gat wel een mooie zol vond. Het Solse gat is echt een drassige, slijkerige, zompige plek, moeras of poel en heeft helemaal niets te maken met de godin Sól. Wat heeft een zonnegodin te maken met een modderpoel en waarom in hemelsnaam ga je een zonnegodin aanbidden in het duister van de Walpurgisnacht. Dat slaat echt helemaal nergens op. 

Als je al iets mythologisch wilt verbinden met het Solse gat, neem dan de Delfzijler variant. Het Solse Gat is dan een kuil die een schip bij eb in het slijk van de haven heeft achtergelaten. Dat moet een flink schip zijn geweest. En eb, op de Veluwe? Dat moet een flinke vloed geweest zijn. Zeg maar gerust een zondvloed. Wat ons brengt bij de Ark van Noach die ongetwijfeld hier haar sporen heeft achtergelaten. Kortom, de Puttense christelijke politicus drs. C. Houweling kan gerust zijn. 

Wellicht is het een idee dat erfgenamen van de ChristenUnie op de Veluwe om voortaan tijdens de Walpurgisnacht te vieren welke indrukwekkende kuil de Ark van Noach heeft achtergelaten in het slijk van de Veluwe. Waarmee ik ook maar wil aangeven dat zelfs een klein en nietig woord als zol, de potentie heeft om te transformeren van een smerige modderpoel in de krochten van het WNT tot een zol van bijbelse proporties. Je begrijpt nu wel waarom ik deze podcast naar dit simpele woord vernoemd heb.

Dank voor het luisteren naar de eerste aflevering van deze zol podcast. Je vindt de links naar de genoemde sites hieronder in de shownotes en tot de volgende aflevering

Shownotes

WNT
Middelnederduits 
Oudhoogduits 
Solse Gat op Wikipedia 
Historiek.net over het Solse Gat 
Wikipedia over de godin Sol